Programma 8. Economie

In 2021 zijn binnen de provincie Utrecht voor de eerste keer afspraken gemaakt over de regionale programmering wonen en werken. Provinciale Staten hebben hiervoor het Provinciaal Programma Wonen-Werken vastgesteld. Daarnaast hebben Provinciale Staten ingestemd met het plan van de OMU dat inzet op intensivering en verduurzaming van bedrijventerreinen. Komende jaren wordt doorgepakt op de ingezette trajecten (regionale programmering en intensivering en verduurzaming van bedrijventerreinen). Er is geconstateerd dat de afspraken uit de regionale programma’s en de uitwerking van de aanpak intensivering en verduurzaming bedrijventerrein leiden tot deels incidentele en deels structurele ondersteunende en randvoorwaardelijke activiteiten die tijd en budget kosten. Op dit moment is hier nog niet in voorzien binnen de huidige budgetten. In totaliteit gaat het een extra benodigd budget van € 300.000 voor 2023 en 2024 en structureel € 100.000 vanaf 2025.

Om de programmeringsafspraken in de toekomst goed uit te kunnen voeren is het noodzakelijk om de rand voorwaardelijke vastgoedmonitoring en behoefteramingen structureel op te pakken en hier meerjarig budget van € 100.000 per jaar voor vrij te maken.

• Jaarlijkse monitoring van vastgoedmarkten (bedrijfsruimten, kantoren en winkels) is essentieel om inzicht te hebben in o.a. de huidige vraag, aanbod, leegstand, etc. Met die cijfers worden de huidige stand van zaken en het recente verleden inzichtelijk. Ook geeft deze monitor inzicht op de voortgang van de regionale afspraken en eventuele bijstelling daarvan. 
• Programmeringsafspraken kijken vooruit, naar welke locaties in de toekomst ontwikkeld kunnen/moeten worden. Daarvoor is het essentieel inzicht te hebben in de verwachte vraag naar werklocaties in de toekomst. De behoefteramingen zullen ook structureel uitgevoerd gaan worden en dienen als input bij de cyclus van regionale programmering.  

Aansluitend op het intensiverings- en verduurzamingstraject dat met de OMU is ingezet worden voor de komende jaren grote opgaven en uitdagingen voorzien op bedrijventerreinen, zoals verduurzaming in brede zin, maar ook het ontwikkelen tot energielandschappen, circulaire hubs en/of klimaatopvang gebieden van de toekomst. Verbetering van organisatiegraad op bedrijventerreinen is nodig om de daadkracht van bedrijvencollectieven te vergroten en om zo bij te dragen aan de aanpak van deze opgaven. Organisatiegraad op bedrijventerreinen wordt gezien als een essentiële randvoorwaarde voor uiteenlopende aspecten ter verbetering van het gebruik van bedrijventerreinen. Verbetering van de organisatiegraad heeft niet alleen effect op verbetering van samenwerking tussen bedrijven, maar straalt ook positief af op grote opgaven waar bedrijventerreinen voor staan (verduurzaming, energietransitie, klimaatadaptatie, etc.). De organisatiegraad op bedrijventerreinen wordt verbeterd via 2 sporen: 

• Een planvormingssubsidie biedt ruimte om o.a. de organisatiegraad op bedrijventerreinen te stimuleren. Dit betreft de eerste voorbereidingen voor zowel het oprichten als voortzetten van een lokale organisatiegraad op een specifiek bedrijventerrein (ondernemersvereniging of een BIZ). De planvormingssubsidie is specifiek gericht op een bedrijventerrein en daarom niet bedoeld voor een ondernemersfonds. Qua omvang van de planvormingssubsidie is € 100.000 per jaar nodig voor een periode van vooralsnog 2 jaar.  
• Aanvullende inzet om de organisatiegraad op bedrijventerreinen te verbeteren is de inzet van (externe) parkmanagers die kunnen worden aangesteld om gemeenten en ondernemers te helpen om voornamelijk de organisatiegraad te stimuleren. Zij gaan actief langs de bedrijventerreinen en gemeenten. Ook hiervoor wordt gedacht aan een bedrag van € 100.000 per jaar voor een periode van 2 jaar. De (externe) parkmanagers kunnen naast gerichte inzet richting gemeenten en ondernemers ook een rol krijgen in actief parkmanagers. Vanuit die rol kunnen ze werken aan het in stand houden van de huidige samenwerking op bedrijventerreinen. Ook kunnen de parkmanagers aan de slag op bedrijventerreinen waar nog geen of een minder goede samenwerking is. 
  

De bijdrage aan de organisatiegraad van ondernemers op bedrijventerreinen is niet structureel van karakter, omdat dit uiteindelijk ook een belang is van de ondernemers en vastgoedeigenaren, zal dit in de toekomst door de ondernemers zelf geregeld moeten worden. De gevraagde budgetten voor 2023 en 2024 zijn bedoeld om deze samenwerking een start of impuls te geven.