Beleidsdoel | 7.2 De mate van behoud, de benutting en de beleving cultureel erfgoed is hoog |
---|
Monumenten dragen bij aan een prettige leefomgeving en zijn onderdeel van ons culturele kapitaal. Wij ondersteunen daarom restauratie en herbestemming van rijksmonumenten. Dat doen we vanuit een circulair perspectief van waardebehoud en waarde creatie, waarbij naast duurzaamheid ook de maatschappelijke functie van een monument van belang is.
Vanuit het Fonds Erfgoedparels is jaarlijks zo’n € 4,2 miljoen beschikbaar voor restauratie van rijksmonumenten, waarvan de helft afkomstig is van het Rijk (decentralisatie-uitkering). De subsidieregeling werd in 2021 met ruim een miljoen overvraagd; dit hebben we opgelost door extra middelen uit de reserve vrij te maken. Deze reserve is nu afgezien van noodzakelijke reserveringen voor toekomstige projecten leeg.
De huidige subsidieregeling Erfgoedparels is vooral effectief voor het middensegment van restauratie-opgaven, waarbij onze bijdrage loopt tot maximaal 60% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 1 miljoen is € 600.000. Grote restauratie-opgaven kunnen we niet goed bedienen, omdat de subsidiabele kosten per aanvraag maximaal € 1 miljoen bedragen en financiële middelen daarvoor ontbreken. De daadwerkelijke subsidiebehoefte voor restauratie ligt zodoende vele malen hoger dan de huidige overvraag zichtbaar maakt.
Uit de Erfgoedmonitor (2021) blijkt dat in Utrecht de streefwaarde van maximaal 10% matige en slechte objecten (BBV-indicator) waarschijnlijk pas in 2058 bereikt zal worden. In 2020 en 2021 was dat percentage resp. 19% en 18%. We lopen dus achter, en we kunnen niet sneller lopen. Met het huidige budget kunnen we met name de grootste restauratie-opgaven niet goed terugdringen. De veertien grootste restauratieopgaven, waarvan de restauratie binnen vier jaar zou moeten starten, zijn samen goed voor € 118 miljoen achterstand.[1] Dit speelt ook in andere provincies, maar Utrecht scoort relatief slecht, als één na laatste. We hebben daarvoor gezamenlijk aandacht gevraagd bij het Rijk, maar in het nieuwe coalitieakkoord is daar nu geen aandacht voor; de lobby voor meer rijksmiddelen blijven we voortzetten.
Bij de begrotingsbehandeling 2022 is unaniem de motie ‘Restaureren is anticiperen’ aangenomen. Deze motie vraagt GS om de kosten van urgente grote restauratie-opgaven in beeld te brengen en aan te geven hoe zij de dekking gaan realiseren. De motie zal vóór de behandeling van de kadernota worden beantwoord.
Om een start te kunnen maken met de grote restauratie-opgaven is extra budget nodig. Aan de beschikbare middelen voor 2023 wordt nu eenmalig € 1 miljoen toegevoegd, middels het instellen van een investeringsreserve voor grote restauratie-opgaven. De grote restauratie-uitgaven zijn gezien alle benodigde financiële-, juridische- en aanbestedingsprocedures lastig op kalenderjaar te plannen. Het al of niet structureel verhogen van de restauratie-middelen, na 2023, is een keuze die voor de nieuwe coalitieperiode gemaakt kan worden.
Actuele ontwikkeling betreft een gebleken veiligheidsprobleem bij de roeden van molens. Veel Utrechtse molens staan daarom stil. Het betreft naar inschatting van Utrechts Landschap een restauratieproject van € 2,2 miljoen. Gezien de urgentie is het voorstel om de voorgestelde € 1 miljoen voor 2023 te bestemmen voor dit project.
[1] Het betreft de wal- en kluismuren in Utrecht, de Domkerk, Paleis Soestdijk (park en bijgebouwen), Kasteel Nijenrode, Lunetten I-IV, Fort Honswijk, Fort Rhijnauwen, Onze Lieve Vrouwetoren, Kasteel Amerongen, Slot Zeist (kademuren), Rhijnestein complex, Willem Arntszhoeve, Gevangenis Wolvenplein, en Schutsluis Noord (Utrecht).