4 Actualisatie begroting 2023 en kaders

4.2 Actualisatie van de kaders

In de financiële verordening van de provincie is opgenomen dat in de kadernota wordt besloten over het wel of niet toepassen van indexeringen voor loon- en prijsontwikkelingen in de programmabegroting (artikel 5.2). In deze kadernota stellen we voor om in de begroting 2023 de budgetten en tarieven van de provincie Utrecht op onderstaande wijze te indexeren. Hiermee sluiten we aan op het “Discussiestuk over indexatie van budgetten en tarieven”, welke op 25 maart 2020 in de Commissie FAC is behandeld en op het door PS genomen besluit in 2017 om subsidies aan partnerinstellingen te indexeren.

Het Centraal Planbureau (CPB) heeft in maart 2022 een tabel gepubliceerd waarin deze indexatiecijfers zijn benoemd, als onderdeel van het Centraal Economisch Plan voor 2022. De meerjaren indexatiecijfers van het CPB zijn de basis voor de berekeningen van de Kadernota 2023-2026. In het jaar 2022 is er sprake van een hoge inflatie van ongeveer 6%, voornamelijk veroorzaakt door de hoge energiekosten. Het CPB gaat in de berekeningen uit van een inflatie van ongeveer 3% in 2023. In november wordt een nieuwe raming gepubliceerd.

#

Onderwerp

Type index

2022

2022

2023

2024

2025

2026

1.

Geprognosticeerde loonstijging

Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers

1,20%

4,80%

3,30%

3,90%

3,80%

3,60%

2.

Prijscompensatie structurele budgetten aan derden

Op basis van de gemaakte contractuele afspraken en de daarin genoemde percentages

pm

pm

pm

pm

pm

pm

3.

Loon- en prijscompensatie van de voormalige decentralisatie-uitkering verkeer en vervoer

Prijs materiële overheidsconsumptie (imoc)

1,40%

4,10%

2,30%

2,40%

2,40%

1,90%

4.

Looncompensatie van subsidies aan partnerinstellingen

Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers

1,20%

4,80%

3,30%

3,90%

3,80%

3,60%

5.

Prijscompensatie van subsidies aan partnerinstellingen

Prijs materiële overheidsconsumptie (imoc)

1,40%

4,10%

2,30%

2,40%

2,40%

1,90%

6.

Tarieven (van onder meer de Opcenten motorrijtuigenbelasting)

Nationale consumentenprijsindex (cpi)

1,50%

5,20%

2,40%

2,40%

2,40%

2,00%

In deze Kadernota zijn de bovengenoemde loon- en prijscompensaties berekend en als bedrag gepresenteerd bij de Algemene middelen onder de stelposten. De loon- en prijscompensaties zijn cumulatief berekend (jaar-op-jaar indexatie) tot en met 2025. Na vaststelling van de Kadernota wordt in de begroting 2023 de betreffende stelpost verdeeld naar de beleidsprogramma’s waar de kosten ook gemaakt gaan worden. Het voor 2023 berekende bedrag wordt daarbij structureel toegekend aan de beleidsprogramma’s.

De bovengenoemde toe te passen loon- en prijscompensatiecijfers voor subsidies hebben betrekking op partnerinstellingen. Voor eventuele overige instellingen die meerjarige exploitatiesubsidies ontvangen vanuit de provincie gelden de afspraken zoals die zijn vastgelegd in de aan hen toegekende subsidiebeschikking.  

Indexatie infrastructurele investeringsprojecten
In de recentelijk vastgestelde Nota Investeren, waarderen en exploiteren (2022) is opgenomen dat infrastructurele investeringsprojecten die zich over meerdere jaren voltrekken worden geïndexeerd. De indexatie voor dergelijke projecten wordt berekend op basis van het prijsindexcijfer voor de grond-, weg- en waterbouw (GWW), zoals dat door het CPB wordt bijgehouden.

Bij het opstellen van deze Kadernota 2023-2026 is hiervoor het laatst bekende (voorlopige) GWW-prijsindexcijfer gehanteerd van het CBS. Dit indexcijfer is 127,2. Dit wordt vergeleken met het prijsindexcijfer van januari 2021 dat 114,0 bedraagt. Hoe toe te kennen indexcijfer voor infrastructurele investeringen bedraagt daarmee: (127,2 -/-114,0) / 114,0 =  11,58%.

Deze pagina is gebouwd op 06/09/2022 15:30:29 met de export van 06/09/2022 15:26:19