2 Voorstellen 2023-2026 per programma

Programma 5. Bereikbaarheid I - Algemeen

Beleidsdoel

5.1 Het provinciale netwerk is sterk

In 2017 is conform de spelregels vanuit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) gestart met het activeren van investeringen. Hierdoor is sindsdien een gestage opbouw van kapitaallasten te zien. Pas na een volledige afschrijvingscyclus van alle provinciale assets (30 jaar) is er zicht op het totale niveau van de lasten en zal er sprake zijn van stabilisatie van de kapitaallasten. Dit dan behoudens uitbreidingen en indexatie. In het mobiliteitsprogramma is in 2018 het plafond voor Provinciale Wegen (inclusief Fiets, Verkeersveiligheid en Slimme Mobiliteit) op € 10 miljoen per jaar gesteld. Dit bedrag is destijds zo gekozen dat er voor enkele jaren financiële ruimte is om in te groeien, maar er ook niet structureel elk jaar te veel budget onbenut blijft. Het Meerjarig Investeringenplan – mobiliteit (MIP-mobiliteit) geeft overigens al wel een indicatie van die extra benodigde middelen in de toekomst.

De structurele kapitaallasten van Wegen zitten met alle investeringsbesluiten die vanaf 2017 tot nu zijn genomen net onder het daarvoor geldende kapitaallastenplafond. Dit plafond zal in de periode 2027-2030 worden bereikt.
Op basis van de huidige planning en prognose die in het MIP-mobiliteit is voorzien, is een ophoging van het plafond met € 1,5 miljoen nodig om de studieprojecten die nog voor eind 2023 worden afgerond met een gedekt investeringsbesluit aan uw Staten te kunnen voorleggen. Gezien de forse financiële omvang van de projecten N201 en N210 zijn deze nog niet meegenomen in de voorgestelde extra kapitaalslast van € 1,5 miljoen per jaar. Afhankelijk van de precieze uitkomsten en de besluitvorming door uw Staten zullen deze projecten op zichzelf ook een verhoging van het kapitaallastenplafond tot gevolg kunnen hebben. Indien dat zo is, zal dat als beslispunt in het Statenvoorstel worden opgenomen. 
Het ophogen van het kapitaallastenplafond met een bedrag van €1,5 miljoen per jaar is daarmee een maatregel voor de korte termijn. Bij het op te stellen Bereikbaarheidsprogramma 2024-2027 (opvolger van het huidige mobiliteitsprogramma 2019-2023) zal deze doorrekening plaatsvinden en moeten hierbij eventueel ook keuzen worden gemaakt.  

Deze pagina is gebouwd op 06/09/2022 15:30:29 met de export van 06/09/2022 15:26:19