2 Voorstellen 2023-2026 per programma

Programma 6. Bereikbaarheid II - Openbaar vervoer

Beleidsdoel

6.1 OV-reizigers zijn tevreden en het openbaar vervoer is efficiënt ingericht

Beide Utrechtse OV-concessies lopen in december 2023 af. Verlenging van de OV-concessies is noodzakelijk vanwege de verstoorde marktwerking in het OV door de gevolgen van COVID (langdurig veel minder reizigers en daardoor lagere reizigersopbrengsten). Om te werken aan herstel van de marktwerking in het OV zijn landelijk afspraken gemaakt over het later aanbesteden van aflopende OV-concessies. Onderdeel van die afspraken is een landelijke aanbestedingskalender die bepaalt dat de nieuwe concessies in Utrecht in december 2025 kunnen starten, maar niet eerder of later. 

In juni 2021 is door ons het Transitieplan vastgesteld dat kaderstellend is voor de verlengingsafspraken en hebben wij uw Staten hierover met een Statenbrief geïnformeerd. Op basis van dit Transitieplan zijn de onderhandelingen met de beide vervoerders gestart. Doel van de onderhandelingen is om te komen tot bindende afspraken voor verlenging van de concessie met 2 jaar en herijking van de huidige concessies, tegen voor beide partijen acceptabele voorwaarden en risico’s.  

Begin mei hebben beide vervoerders het voorlopige onderhandelingsresultaat over de verlenging van de OV-concessies ter accordering voorgelegd aan hun (buitenlandse) moederonderneming en inmiddels hebben beide vervoerders teruggekoppeld dat hun moederondernemingen hiermee akkoord zijn. Op 17 mei is GS bijgepraat over het onderhandelingsresultaat en op 25 mei de commissie M&M. Vaststelling van de verlenging van de concessie is vanwege de doorloop pas mogelijk in september 2022, dus na vaststelling van de kadernota 2023-2026.

De actuele inschatting op basis van de onderhandelingen is dat de verlenging in totaal € 60 miljoen gaat kosten, verspreid over de jaren 2023, 2024 en 2025. In de Statenbrief van juni 2021 is een indicatie voor de verwachte kostenstijging van € 40 tot € 50 miljoen genoemd. De kostenstijging wordt enerzijds veroorzaakt door hogere exploitatiekosten voor het OV en anderzijds door het dekken van de lagere reizigersinkomsten.

Hogere exploitatiekosten  
COVID heeft geleid tot structureel hogere exploitatiekosten voor het OV. De verlenging leidt over een periode van 3 jaar tot structureel hogere lasten van ongeveer € 30 miljoen in totaal. 

Lagere reizigersopbrengsten  
Het tweede deel van het totaalbedrag wordt veroorzaakt door het wegvallen van een deel van de reizigersopbrengsten (eveneens ongeveer € 30 miljoen). Hierbij is ervan uitgegaan dat de Beschikbaarheidsvergoeding OV ook doorloopt in 2023. Dit is nu nog niet besloten door het Rijk.

Ons voorstel is om deze lasten deels te dekken uit de bestemmingsreserve Concessie OV. Deze reserve kent per eind 2021 een financiële omvang van € 17,069 miljoen. Van dit bedrag wordt € 5 miljoen apart gehouden voor de te verwachte eindafrekeningen over de jaren 2020, 2021 en 2022. Daarmee resteert een bedrag van afgerond
€ 12 miljoen ter dekking van de verlenging. Aangezien dit bedrag niet toereikend is voor de becijferde omvang van de kosten van de verlenging wordt in deze Kadernota voorgesteld om € 24,5 miljoen te storten in deze bestemmingsreserve vanuit de saldireserve. Daarnaast zal in de Zomernota 2022 worden voorgesteld om de van het Rijk te ontvangen compensatie voor de derving van opcenten MRB van elektrische auto’s van € 13,5 miljoen ook te storten in deze bestemmingsreserve. Per saldo is er dan, na verwerking van deze voorstellen, een bedrag beschikbaar in de bestemmingsreserve Concessie OV van € 50 miljoen voor de verlenging van de huidige OV-concessies (€ 12 miljoen + € 24,5 miljoen + € 13,5 miljoen).

De totale geprognosticeerde kosten van de verlenging bedragen € 60 miljoen. Aangezien de gezamenlijke provincies zich in de gesprekken met het Rijk op het standpunt stellen dat een verlenging van de rijksbijdrage voor deze tekorten in het OV noodzakelijk is, vinden wij het in dit stadium goed hiervoor een stelpost van € 10 miljoen te hanteren. Wanneer er geen verlenging van BVOV komt, en zelfs als er een verlenging komt, is het afhankelijk van de spelregels van de verlenging of dit bedrag toereikend is. Dit risico dekken wij vooralsnog af via de reserve weerstandsvermogen.

Onzekerheid omvang reserve Concessie OV in 2023  
Voor 2021 zijn wij gehouden aan de afspraak met het Rijk om ongeveer een “nulrendement” aan de vervoerders te garanderen, en in het Transitieplan heeft de provincie aangegeven ook in 2022 uit te gaan van een nul rendement. Dit betekent dat de provincie eventuele tekorten van de vervoerders in de exploitatie van de concessies (boven op de BVOV) aanvult. Dit kan, zeker als de COVID-maatregelen in het najaar van 2022 onverhoopt zouden terugkeren, betekenen dat de reserve Concessie OV hiervoor aangesproken moet worden.  

Belang budgetophoging  
Belangrijk uitgangspunt in de onderhandelingen is het OV minimaal op peil te houden voor de reiziger, waar mogelijk op te kunnen schalen en een zo goed mogelijke uitgangspositie voor de nieuwe concessies per december 2025 te creëren. Zonder dit extra budget moet het OV-aanbod verminderd worden met grote gevolgen voor de reiziger. 

Risico’s  
Er is nog een aantal risico’s die van invloed kunnen zijn op bovenstaande kosten van de verlenging.  

  • Over BVOV is medio april 2022 besloten dat deze tot 31-12-2022 wordt verlengd. In principe is er daarna gaan Rijkssteun meer, maar de lobby hierover loopt nog. Medio juni 2022 is een nieuw ijkmoment.
  • De meerjarige effecten van COVID op het reisgedrag en reizigersaantallen zijn nog onduidelijk. Op basis van landelijke herstelprognoses hebben beide vervoerders een inschatting gemaakt van de reizigersopbrengsten in de periode 2023 – 2025. Een risico is dat, bijvoorbeeld als gevolg van nieuwe COVID-maatregelen, de reizigersopbrengsten lager uitvallen dan geprognosticeerd. Dit risico wordt in de verlengingsafspraken gedeeld tussen de vervoerder en de provincie. Bij kleinere afwijkingen ligt dit risico volledig bij de vervoerder, maar voor grote afwijkingen draagt de provincie dit risico. Deze verdeling wordt in staffels opgebouwd.   
  • Prijsstijgingen en met name voor diesel. Hierdoor kunnen de eindafrekeningen met de vervoerders fors hoger uitvallen. 
  • Herijking afspraken SOV (studentenkaart) is voorzien in 2024. Of dit leidt tot andere opbrengsten in de Utrechtse concessies is onzeker 

Als een van bovenstaande risico’s zich voordoet zal meer aanspraak gemaakt moeten worden op de reserve Weerstandsvermogen.

Deze pagina is gebouwd op 06/09/2022 15:30:29 met de export van 06/09/2022 15:26:19